In het labyrint. Nagelaten verhalen
€ 15,00
- Synopsis
De prachtigste meest onmogelijk te vinden Kafka verhalen nu voor het eerst vertaald
Franz Kafka is de meester van het literaire fragment. De prozawerken die Kafka als voltooid beschouwde, beslaan nog geen tiende van zijn oeuvre. Door hem zijn we gaan beseffen dat er zoiets bestaat als een meesterlijk fragment.
In het labyrint is samengesteld uit de omvangrijke Nachgelassene Schriften und Fragmente van Kafka, waarin letterlijk alle niet officieel gepubliceerde teksten zijn verzameld die hij heeft nagelaten. Deze selectie probeert in de eerste plaats toegankelijk te zijn; de opgenomen teksten zijn ‘leesbare’ stukken. Ze variëren van de flits van een idee die nauwelijks meer dan een regel in beslag neemt, tot een in detail uitgewerkte scène, tot een substantieel en vrijwel afgerond verhaal.
Uit deze verhalen en fragmenten, die nooit eerder zijn vertaald in het Nederlands, blijkt eens te meer Kafka’s genialiteit: bij elk nieuw begin weet hij in enkele regels een wereld op te roepen die tegelijk herkenbaar en absurd is.
- Recensies
‘Het is aan ons als lezer om antwoord te geven en precies daarin zit de betovering: er wordt niets uitgelegd of vervolgd, het fragment blijft open voor ons liggen – we kunnen ermee doen wat we willen.’ NRC
‘Korte flitsen (‘Gedankenblitze’) uit het brein van Kafka: hoeveel dichterbij kun je bij iemands ziel komen?’
Friesch Dagblad’‘Ook in onvoltooide teksten, ja zelfs in stukjes van een paar zinnen is Kafka’s wereld helemaal aanwezig.’
Humo‘Deze slanke maar indrukwekkende bundel volstaat om een idee te krijgen van de onmetelijke oceaan waaruit Kafka’s schrijverschap oprees.’ De Tijd
‘Onder het lezen komen we dan voor verrassingen te staan: Kafka heeft humor!’ Tzum
‘Zijn taal is glashelder, kernachtig en verbluffend precies, zijn beelden daarentegen zijn complex, duister en vaag. Dat resulteert in een clair-obscur waar het licht van de symboliek en het duister van de realiteit, het alomvattende en het kleinste detail in volmaakte harmonie zijn.’ Mappalibri
‘Kafka is de grootste Duitstalige schrijver van onze tijd. Dichters als Rilke of romanschrijvers als Thomas Mann zijn in vergelijking met hem dwergen of heilige boontjes.’ Vladimir Nabokov
‘Ik heb nooit één regel van Kafka gelezen die me niet op de zonderlingste manier aanging of verbaasde.’ Rainer Maria Rilke
- Fragment
De Chinees
Oud, zwaarlijvig, met lichte hartklachten lag ik na de middagmaaltijd met één voet op de vloer op mijn rust- bed en las een geschiedkundig werk. De dienstmeid verscheen om met twee vingers op haar getuite lippen een gast aan te melden. ‘Wie is het?’ vroeg ik, geërgerd dat ik op het tijdstip dat ik mijn namiddagkoffie verwachtte, een gast moest ontvangen. ‘Een Chinees,’ zei de dienstmeid en ze onderdrukte terwijl ze zich omdraaide krampachtig een lach die de gast voor de deur niet mocht horen. ‘Een Chinees? Voor mij? Is hij in Chinese kleding?’ De dienstmeid knikte, nog steeds met moeite haar lachen bedwingend. ‘Zeg hem hoe ik heet, vraag of hij echt mij wil bezoeken, mijn eigen buren kennen me al niet eens, laat staan dat ze me in China kennen.’ De meid sloop naar me toe en fluisterde: ‘Hij heeft alleen maar een visitekaartje met het verzoek hem binnen te laten. Hij spreekt geen Duits, hij brabbelt een onbegrijpelijke taal, het kaartje aan- nemen durf ik niet.’ ‘Laat maar binnen!’ riep ik, en in de opwinding waarin ik door mijn hartkwaal vaak ge- raak, gooide ik het boek op de grond en vervloekte de onhandigheid van de dienstmeid. Ik stond op, strekte mijn reusachtige gestalte, waar in de lage kamer elke bezoeker de schrik van zou krijgen en liep naar de deur. Inderdaad had de Chinees mij nauwelijks gezien of hij was de kamer alweer uit geglipt. Ik deed een greep in de gang en trok de man voorzichtig aan zijn zijden gor- del bij mij naar binnen. Het was kennelijk een geleerde, klein, zwak, met een hoornen bril en een stijve, dunne, grauwzwarte sik. Een vriendelijk mannetje, hij hield zijn hoofd scheef en glimlachte met halfgesloten ogen –
Hengelen
Ik heb – wie durft er nog ongegeneerd zijn eigen vaardigheden te prijzen – de soepele pols van een oude gelukkige onvermoeibare hengelaar. Ik zit bijvoorbeeld thuis, voordat ik ga hengelen, en draai uiterst geconcentreerd mijn rechterhand een keer naar links, een keer naar rechts. Dat is genoeg om het resultaat van mijn toekomstige hengelen visueel en gevoelsmatig op te roepen, vaak tot in alle details. Ik zie het water van mijn visplek in de bijzondere stroming van dat bijzondere uur, ik krijg een dwarsdoorsnede van de rivier te zien, en daar komen ze al aangezwommen, in soort en aantal precies te onderscheiden, op tien, twintig, ja honderd plekken oprukkend naar dit snijvlak, nu weet ik hoe ik de hengel moet hanteren, sommige stoten vrijpostig met hun kop door het oppervlak, dan laat ik de haak voor ze heen en weer bungelen en ja, daar hangen ze al; de kortstondigheid van dit noodlottige moment brengt me hier aan de huistafel al in verrukking, andere vissen laten zelfs hun buik zien, nu gaat de tijd dringen, sommige krijg ik nog te pakken, andere echter springen zelfs met staart en al boven het gevaarlijke oppervlak uit en zijn me voor deze keer ontsnapt, alleen voor deze keer, aan de ware hengelaar ontkomt geen vis.
Ouderlijke leed
Toen de kleine muis, die in de muizenwereld als geen ander geliefd was, op een nacht in de muizenklem terechtkwam en met een luide gil haar leven prijsgaf voor de aanblik van het spek, begonnen alle muizen in de omgeving in hun holletjes te sidderen en te schokken, met wild knipperende oogjes keken ze elkaar beurtelings aan terwijl hun staartjes met zinloze ijver de vloer veegden. Toen kwamen ze aarzelend, elkaar voortduwend, tevoorschijn, alle aangetrokken door de plek des doods. Daar lag ze, dat lieve kleine muisje, het staal in haar nek, de roze pootjes samengedrukt, haar lijfje dat een beetje spek zo van harte gegund was, verstijfd. De ouders stonden ernaast en staarden naar de resten van hun kind.
In naar het stralende Zuiden zweven. Zijn vleugels groeiden en kregen een verendek, zijn spieren werden sterker, het was tijd om met de vliegoefeningen te beginnen. Helaas ontbrak er een ooievaarsmoeder, als de vogel niet zo goed had meegewerkt, waren mijn lessen vermoedelijk onvoldoende geweest. Maar kennelijk zag hij in dat hij alleen door de meest strikte oplettendheid en de grootst mogelijke inspanning mijn gebrekkige onderwijsbekwaamheid kon compenseren. We begonnen met de fauteuilvlucht. Ik klom erop, hij insgelijks, ik sprong er met wijd gespreide armen van- af, hij fladderde achter mij aan. Later gingen we over op de tafel en ten slotte op de kast, maar elke vlucht werd systematisch vele keren herhaald.
- Details
- Auteur Franz Kafka
- Genre Verhalen
- Vertaling Ard Posthuma
- Aantal bladzijden 168
- Oorspronkelijke titel Nachgelassene Schriften und Fragmente
- Uitvoering Gebonden
- Verschijningsdatum 9 januari 2022
- ISBN 978 90 832 3708 4