Onverbloemde hulde aan het Nederlands

Met Zombie zoekt zielgeno(o)t brengt de dichter een onverbloemde hulde aan het Nederlands, ‘Ondergronds, zes voet diep in aarde, regelrechte Zombietaal’. Het doet hem rijmen en klinken als nooit tevoren, compleet onvertaalbaar, naar het toppunt van zijn moedertaal. Het verhaal van een midzomerse infectie blijkt de perfecte gelegenheid om de woorden tot vervoering aan te zetten, om dan zomaar op de bitterzoete waarheid uit te komen: ‘Ik heb je liever dan bloed.’  

In een vorig leven als neurofysioloog voerde Jan Lauwereyns allerlei experimenten uit op Japanse apen, terwijl hij zijn geweten suste in het Nederlands. Vandaag heeft hij zelfs medelijden met een stervende pijnboom. Overal ziet hij haarfijne absurditeiten, wat hem soms ook in het Engels en Japans een vreemde nieuwe levenslust geeft. Als werkmier aan de universiteit houdt hij zich des te ijveriger bezig met praktische zorgen voor een minder gruwelijke toekomst. Eerder verschenen van hem bij Koppernik onder meer de romans Iets in ons boog diep en Gehuwde rotsen.

Over Iets in ons boog diep
‘Een adembenemende beeldschone roman waarin nagedacht wordt op het hoogste niveau maar evenzo wordt gevoeld.’ De Standaard *****

Zijn dichtbundel Hemelsblauw werd in 2012 bekroond met de VSB Poëzieprijs, uit het juryrapport: ‘Een bundel waarmee de poëzie een nieuwe weg inslaat, een bundel die ons uitnodigt misschien wel geheel nieuwe horizonten te verkennen.’

reanimator

Ik hoor een kleine koekoek.
De kleine koekoek.

Altijd dezelfde,
zoet,
te zoet,
wonderlijk zoet, 

ergens hoog in de kruin
van een boom op de heuvel
achter de appartementsgebouwen.

Nog één.

Ze fluiten naar elkaar.

Misschien een koppeltje.
De andere zit ergens dichter bij de campus.

*

monstertjes

Het hele bos wordt wakker,
synchroon met de ritmische slag.

Ik hoor een everzwijn briesen of zelfs blazen
op een bastrombone, en koolmeesjes, een surround-
sound-systeem van koolmeesjes.

Een raaf krauwt venijnig, even onhebbelijk
als het roekoeën van de duif, die
van de toegepaste kunst op mijn balustrade.

Allemaal zingen ze door elkaar,
kennen mijn gevoelens.

Struikzangers, twee of drie lentevogels,
gedichten lezende vogels,
een half uur lang heersen ze over alles wat er is.

*

kerkhofgast

Ik denk, ik ben
redelijk zeker dat ik niet weet
waar ik stierf.

Je zult het me een keer moeten tonen,

twee eerlijke paden met de glorie van het lijden,
of het derde, een kromme gladde snelweg.

*

de slang en de regenboog

Mijn krengetje toonde geen genade
op de zwaartekracht van de piano,
geen terughoudendheid
in haar toepassing van de melodie.

‘Vrije man,’ neuriede ze,

‘altijd zul je,’
en neuriede,

‘vergeten te ademen
is je aandoening.’

Een autopsie wees uit dat ik niet stierf van de crash
maar van het tientallen meters meegesleurd worden
door de andere sportwagen.

*

dageraad van de doden

De kleine witte twijfelmuur
met zijn klokvormig venstergat
bood dwars door de kitsch en het snel vergeten

plots

springlevend
mos.

De door mijn krengetje vergaarde notities produceerden
van jaren ontkenning per kerende een kanteling,
in een oogwenk de vlucht.

We lieten de paraplu achter
bij de conversatie aan de poort van de tempel
en maakten papieren kraanvogels,
twee,
voor deze dans.

Jan Lauwereyns
Zombie zoekt zielgeno(o)t
Gedichten
Paperback met flappen, 72 blz.
€ 19,50
ISBN 978 90 832 95596
NUR 306
1 juni 2023

Jan Lauwereyns

Jan Lauwereyns
Uitgeverij Koppernik

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang bericht bij nieuwe boeken.

Dank voor uw aanmelding.